US Navy Diving Manual
Voorwoord
Per ongeluk kwam ik pas geleden een online verwijzing tegen naar het US Navy Diving Manual. Dit is als eerste een document waarin de Amerikaanse Marine beschrijft hoe zij met haar duikers omgaat en welke technieken zij daarbij gebruiken. Tegelijkertijd heeft de US Navy heel veel (medisch en proefondervindelijk) onderzoek gedaan naar hetgeen wij nu kennen als duiktabellen, keurings- en materiaalvoorschriften.
Ik vond dat alles wel heel interessant en omdat de vorige versie, versie 7, online beschikbaar is, ben ik deze gaan lezen en vertalen.
Met deze vertaling wil ik jullie in de wintermaanden wat leesvoer meegeven via deze Subb@abbels. Ik zal dan ook stukje bij beetje publiceren en het geheel op onze site laten groeien als geheel.
Opmerkingen bij de vertaling
Ik heb het document zo waarheidsgetrouw mogelijk vertaald, deels zelfstandig en deels met behulp van onlne tools daarbij. Dat maakt het niet meteen een officiële vertaling, dat ik ook niet mijn doel erbij. Het origineel is publiekelijk toegankelijk en ik zal er ook naar verwijzen.
Om de leesbaarheid te vergroten, gebruik ik geen nummering van de hoofdstukken en paragrafen en laat ook delen tekst achterwege die niet veel toevoegen aan de algemene tekst, of die juist veel te ver gaan voor een gemiddelde duiker. Ook bestaat het originele document uit tientallen waarschuwingen bij de gestelde teksten. Die laat ik voor wat het is, wij zijn tenslotte geen US Navy duikers. En wie dat wel wil worden: veel succes met het gebruik van de originele versie!
Vervolgens zal ik ook de Amerikaanse eenheden vertalen van feet naar meter en van psi naar bar. De handleiding verwijst voor dieteaanduidingen vaak naar het begrip ‘fsw’ hetgeen staat voor feet of salted water. De drukopbouw in zeewater is nl anders dan in zoetwater. Ook dat gegeven laat ik verder voor de specialisten, ik vermeld de diepte dan in meters.
Lucien.
Duikershandleiding
Deel 1 – Geschiedenis
DUIKEN MET OPPERVLAKTELUCHT
De oorsprong van duiken is stevig geworteld in de behoefte en wens van de mens om zich bezig te houden met maritieme handel, om bergings- en militaire operaties uit te voeren en om de grenzen van kennis te verleggen door middel van exploratie, onderzoek en ontwikkeling.
Duiken als beroep kan meer dan 5000 jaar teruggevoerd worden. Vroege duikers beperkten hun inspanningen tot wateren die minder dan 30 meter diep waren, waar ze bergingswerkzaamheden uitvoerden en voedsel, sponzen, koraal en parelmoer verzamelden. Een Griekse historicus, Herodotus, schreef het verhaal op van een duiker genaamd Scyllis, die in de vijfde eeuw v.Chr. door de Perzische koning Xerxes werd ingehuurd om gezonken schatten te bergen.
Vanaf de vroegste tijden waren duikers actief in militaire operaties. Hun missies omvatten het doorsnijden van ankerkabels om vijandelijke schepen op drift te zetten, het boren of slaan van gaten in de bodem van schepen en het bouwen van havenverdediging thuis terwijl ze probeerden die van de vijand in het buitenland te vernietigen.
Alexander de Grote stuurde duikers naar beneden om obstakels te verwijderen in de haven van de stad Tyrus, in wat nu Libanon is, die hij in 332 v. Chr. had belegerd.
Andere vroege duikers ontwikkelden een actieve bergingsindustrie die zich concentreerde rond de grote scheepvaarthavens van de oostelijke Middellandse Zee.
In de eerste eeuw v.Chr. waren de operaties in een gebied zo goed georganiseerd dat er een betalingsschaal voor bergingswerk bij wet werd vastgesteld, waarin werd erkend dat de inspanning en het risico toenamen met de diepte. In 8 meter water konden de duikers een half aandeel van alle geborgen goederen claimen. In 4 meter water kregen ze een derde aandeel en in 1 meter slechts een tiende aandeel.
Ademhalingsbuizen. De meest voor de hand liggende en cruciale stap om de mogelijkheden van een duiker te vergroten, was het bieden van een luchttoevoer waarmee hij onder water kon blijven.
Holle rietstengels of buizen die tot aan het oppervlak reikten, zorgden ervoor dat een duiker langere tijd onder water kon blijven, maar hij kon weinig nuttig werk verrichten. Ademhalingsbuizen werden gebruikt bij militaire operaties, waardoor een vijandelijke vesting onopgemerkt kon worden benaderd (Figuur 1-1).
Op het eerste gezicht leek het logisch dat een langere adembuis de enige vereiste was om het bereik van een duiker te vergroten. In feite gebruikten een aantal vroege ontwerpen leren kappen met lange flexibele buizen die aan het oppervlak werden ondersteund door drijvers. Er is echter geen bewijs dat een van deze apparaten daadwerkelijk is gebouwd of getest. Het resultaat kan heel goed zijn geweest dat de duiker verdronk.
Op een diepte van 1 meter is het bijna onmogelijk om door een buis te ademen met alleen het natuurlijke ademhalingsvermogen van het lichaam, omdat het gewicht van het water een totale kracht van bijna 100 kg op de borst van de duiker uitoefent. Deze kracht neemt gestaag toe met de diepte en is een van de belangrijkste factoren bij het duiken. Voor succesvolle duikoperaties is het nodig dat de druk wordt overwonnen of geëlimineerd.
Door de geschiedenis heen zijn er vindingrijke apparaten ontworpen om dit probleem te overwinnen, waarvan vele door enkele van de grootste geesten van die tijd. In het begin werd het probleem van de druk onder water niet volledig begrepen en waren de ontwerpen onpraktisch.
Ademhalingszakken. Een hele serie ontwerpen was gebaseerd op het idee van een ademhalingszak die door de duiker werd gedragen. Een Assyrische fries uit de negende eeuw v.Chr. toont wat duikers lijken te zijn die opgeblazen dierenhuiden als luchttanks gebruiken. Deze mannen waren echter waarschijnlijk zwemmers die huiden gebruikten om te drijven. Het zou onmogelijk zijn om onder te duiken met zo’n accessoire in hun handen (Figuur 1-2).
Een werkbaar duiksysteem is mogelijk kortstondig verschenen in de late Middeleeuwen. In 1240 verwees Roger Bacon naar “instrumenten waarmee mannen op zee- of rivierbeddingen kunnen lopen zonder gevaar voor zichzelf.”
Duikklokken. Tussen 1500 en 1800 werd de duikklok ontwikkeld, waardoor duikers uren in plaats van minuten onder water konden blijven. De duikklok is een klokvormig apparaat met de bodem open naar de zee. De eerste duikklokken waren grote, sterke kuipen die verzwaard waren om verticaal te zinken, waarbij ze genoeg lucht vasthielden om een duiker meerdere uren te laten ademen. Latere duikklokken werden aan een kabel aan de oppervlakte opgehangen. Ze hadden geen significante onderwatermanoeuvreerbaarheid die verder ging dan die van het verplaatsen van het ondersteuningsschip. De duiker kon in de klok blijven als hij direct boven zijn werk werd geplaatst, of kon voor korte periodes naar buiten gaan door zijn adem in te houden.
De eerste verwijzing naar een daadwerkelijke praktische duikklok werd gedaan in 1531. Gedurende enkele honderden jaren daarna werden er regelmatig rudimentaire maar effectieve bellen gebruikt.
In de jaren 1680 wijzigde een in Massachusetts geboren avonturier genaamd William Phipps de duikkloktechniek door zijn duikers te voorzien van lucht uit een reeks verzwaarde, omgekeerde emmers terwijl ze probeerden schatten ter waarde van $ 200.000 te bergen.
In 1690 ontwikkelde de Engelse astronoom Edmund Halley een duikklok waarin de atmosfeer werd aangevuld door verzwaarde vaten lucht vanaf het oppervlak naar beneden te sturen (Figuur 1-3).
In een vroege demonstratie van zijn systeem bleven hij en vier metgezellen bijna 1½ uur op 20 meter in de rivier de Theems. Bijna 26 jaar later bracht Halley meer dan 4 uur door op 30 meter met behulp van een verbeterde versie van zijn klok.
—Wordt volgende maand vervolgd—